-
1 een schrik op het lijf jagen
-
2 iemand de schrik op het lijf jagen
iemand de schrik op het lijf jagenfaire une peur bleue à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand de schrik op het lijf jagen
-
3 schrik
♦voorbeelden:iemand schrik aanjagen • effrayer qn.van de schrik bekomen • se remettre de sa frayeuriemand de schrik op het lijf jagen • faire une peur bleue à qn.de schrik zit erin • ils ont bien peur maintenanter met de schrik afkomen, met de schrik vrijkomen • en être quitte pour la peuriets met schrik en beven tegemoet zien • trembler à la perspective de qc.de schrik te boven zijn • avoir surmonté sa frayeur -
4 fright
n. angst, verschrikking, schrik; "ellende"; schrikbarend beeld; afschrikkend beeld[ frajt]1 angst ⇒ vrees, schrik2 〈 informeel〉iets/iemand om bang van te worden♦voorbeelden:give a fright • de schrik op 't lijf jagenhe took fright at the sight of the officer • de schrik sloeg hem om 't hart toen hij de politieagent zag -
5 strike terror into someone's heart
iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagenEnglish-Dutch dictionary > strike terror into someone's heart
-
6 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
7 напугать
vgener. (iem.) een schrik op het lijf jagen (кого-л., до смерти), verschrikken -
8 give a fright
-
9 напугать
vgener. (iem.) een schrik op het lijf jagen (кого-л., до смерти), verschrikken -
10 scare
n. angst--------v. bang maken; doen schrikkenscare1[ skeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (redeloze) schrik ⇒ vrees, paniek(stemming)♦voorbeelden:————————scare21 angstaanjagend ⇒ paniek-, paniek(zaaiend)♦voorbeelden:————————scare3〈 informeel〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:scared of • bang voorscared out of one's wits • buiten zichzelf van schrik, doodsbang→ scare up scare up/
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский
- Французский